Verslag
Het sectorwerkstuk, de naam zegt het al, bestaat uit het maken van een schriftelijk verslag en het houden van een presentatie over jouw onderwerp.
Voor een schriftelijk verslag zijn er vaste afspraken over hoe deze op te bouwen. Deze standaard opbouw voor een rapport of verslag ziet er als volgt uit:
- Omslag
- Titelpagina
- Voorwoord
- Inhoudsopgave
- Samenvatting
- Inleiding
- Inhoudelijke hoofdstukken
- Conclusies
- Literatuur
- Bijlagen
Omslag
De omslag van een werkstuk of verslag moet vooral aantrekkelijk zijn. Het moet de interesse van mensen wekken. Als men de omslag ziet, moet men het rapport willen lezen. Het is dus verstandig om hier afbeeldingen op te plaatsen. Verder komt er op de omslag de Titel van het rapport en de schrijver.
Titelpagina
Achter de omslag komt een titelpagina. Hierop komt alle overige informatie. De schrijver(s), het versienummer en de datum. Overigens komt hier nogmaals de titel en de ondertitel te staan. Denk daarnaast aan: begeleider, schooljaar, klas, sector en naam van de school.
Voorwoord
Na de titelpagina volgt het voorwoord. In het voorwoord komen de volgende alinea’s naar voren;
Aanleiding; In het voorwoord begin je met de aanleiding voor het onderzoek of verslag. Waarom is het werkstuk geschreven. Dit kan zijn omdat er een opdracht van een bedrijf of school is gekomen, of vanwege bijvoorbeeld een onderzoek.
Doelgroep; In deze alinea beschrijf je kort voor wie het rapport bedoeld is. Dit kunnen bijvoorbeeld medeleerlingen, docenten, ouders, of alle geïnteresseerde voor het onderwerp waarnaar onderzoek is gedaan zijn.
Opbouw; In deze alinea beschrijf je kort hoe het rapport is opgebouwd. Benoem de belangrijkste hoofdstukken en verwijs naar hoofdstukken met in enkele woorden waar het hoofdstuk overgaat.
Dankbetuiging; In de laatste alinea is plaats voor een korte dankbetuiging. Hierin kun je de mensen bedanken die hebben meegewerkt aan het onderzoek en/of de opdracht.
Inhoudsopgave
Direct na het voorwoord volgt de inhoudsopgave. Het voorwoord en de samenvatting krijgen geen paginanummers, maar noem je wel. Word geeft de mogelijkheid tot automatische inhoudsopgave maken. Deze functie is dan ook heel handig, maar vergt wat voorbereiding.
SAMENVATTING
De samenvatting is het ‘hart’ van het werkstuk. Veel mensen, zullen misschien alleen maar de samenvatting lezen. De samenvatting is een stuk dat ‘even tussendoor’ gelezen moet kunnen worden in de trein of de pauze. Het is een stuk van één of twee pagina’s en geeft een kort overzicht van de inhoud van het sectorwerkstuk. Let dus op dat niet één onderwerp extra veel aandacht krijgt in de samenvatting, wanneer dit in het werkstuk niet het geval is.
INLEIDING
In de inleiding beschrijft je de aanleiding en het doel van het werkstuk. Beschrijf hier niet de doelstelling van het verslag, maar écht van het hele project naar het eindresultaat toe. Je beschrijft hier onder andere de stappen die je gevolgd hebt. Hoe ben je tot je onderwerp gekomen, welke hoofdvraag stelde je jezelf daarbij, hoe ben je tot je deelvragen gekomen. Welke dingen moest je aanpassen enz. dus:
Hoe is het eindwerkstuk tot stand gekomen!
En
Welke opbouw heb je gekozen voor het verslag!
Inhoudelijke hoofdstukken
Na de inleiding volgen de inhoudelijke hoofdstukken van het sectorwerkstuk. Inhoudelijk ijn dit de uitwerkingen van jouw deelvragen. Ieder hoofdstuk is een deelvraag.
- Zorg voor een duidelijke alinea-indeling en zorg ervoor dat ieder hoofdstuk op een nieuwe pagina begint.
- Zorg dat elk figuur en tabel een figuur- of tabelnummer krijgt, met een figuur- of tabelnaam.
Conclusies
In de conclusies worden de conclusies van het onderzoek beschreven. Het zijn dus in het kort de antwoorden op de deelvragen en de beantwoording van jouw hoofdvraag. De conclusies zijn meestal niet langer dan twee pagina’s. Erg belangrijk is dat er géén nieuwe informatie in de conclusies naar voren komen. Er mogen dus geen conclusies getrokken worden, die niet al in de tekst getrokken werden.
De aanbevelingen geven nog tips en aandachtspunten voor de toekomst. Wat zou er na jouw onderzoek beter/anders kunnen.
Nawoord
In het nawoord schrijven beide kandidaten, los van elkaar, een reflectie op de samenwerking. Je beantwoordt hierbij de volgende vragen:
- Hoe verliep de samenwerking?
- Was de taakverdeling goed?
- Welke problemen kwam je tegen?
- Wat zou je de volgende keer anders doen?
Bronnen
Tot slot is het belangrijk om de gebruikte bronnen te noemen. Dit kunnen boeken zijn, maar ook websites, interviews etc. Schrijf bij websites niet de gehele website link op, maar beperk het tot de hoofdpagina.
Indien de bron een boek is, dan vermeld je:
- De naam van de auteur.
- De titel van het boek (cursief).
- Het jaar van uitgave.
Bv.: Steve Pollock,
Milieu
1995
Indien de bron afkomstig is van internet, dan vermeld je de link.
Bv.: https://www.oasen.nl/drinkwater/Pages/Default.aspx
Bijlagen
Bijlagen worden achter aan het rapport toegevoegd. Zorg er wel voor dat de bijlagen afzonderlijke te lezen zijn. Dit kan gedaan worden door een korte inleiding per bijlage te schrijven.
In de bijlagen zitten in ieder geval de gemaakt een gevolgde planning en de urenverantwoording. Verder alle uitwerkingen van interviews, onderzoeken enquêtes etc. en alle dingen die jij belangrijk vindt om bij het werkstuk te doen.
Tot slot
Het verslag dient uiteraard goed leesbaar te zijn en dus gemaakt te worden op de computer. Let op de spelling en leestekens. Lees je eigen teksten altijd zelf door en laat ze ook aan iemand anders lezen. De spellingscontrole in je tekstverwerkingsprogramma zal niet alle fouten eruit halen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb